De buurtschap Halfweg is ontstaan op een kruispunt van wegen en er is een halteplaats geweest van de postkoets, die vroeger reed van Hasselt naar Groningen.
Op die route moest men het tolhek passeren op de Dickninger Es, voor een paard en wagen deed tolgaarder Jan Stapel (de laatste tolgaarder) het Tolhek open voor een dubbeltje.
Tot 1 mei 1965 werd daar tol geheven, Jan Stapel werd toen 81 jaar en is er mee gestopt.
Vanaf 1900 was op Halfweg een café(café Kuier later de Leeuw),een melkfabriek, een bakkerij (Groteboer), een kruidenier(de Leeuw), een smederij(Luten later Dozeman), café (Bouwman), twee timmerwerkplaatsen (Huls en Dunning), een botervaatjesmakerij (kuiperij van Dozeman), melkventer (Luten) en een korenmolen (Agtersmit). Helaas is dat allemaal vergane glorie.
Wel staat op Halfweg nog het bekende café Het Vergulde Ros, omstreeks 1900 gebouwd door Jan Bouwman en wordt na honderd jaar nog geexploiteerd door een lid van de fam. Bouwman Het is vanaf het begin een centrum geweest van paardehandel en paardesport.
Het cafe is op 31 januari 1985 door brand verwoest en enkele jaren later in oude stijl weer opgebouwd.