Deze woning is gebouwd voor 1900, waarschijnlijk was Jan Stapel de eerste bewoner.
Jan en zijn vrouw Aaltje van Schot, kwamen van een boerderij (Kerkweg 1), die zij huurden van de fam. Carsten. Jan werd ook wel ,,Jan uut de bos” genoemd. Van het pand Heerenweg 52 was hij waarschijnlijk eigenaar, maar het zou kunnen dat hij het huurde van familie v.d.Linde.
Hij had in de woning een klein kruidenierswinkeltje, dat later door zijn dochter werd voortgezet. Een zoon van Jan Stapel, Harm, vroeg bij de gemeente omstreeks 1910 vergunning voor het bouwen van een woning, winkel en café aan de Heerenweg 36. Broer en zus waren op dit moment dus concurrent van elkaar.
Toen het winkeltje werd opgeheven en de familie Stapel vertrok, heeft in 1922 Cornelis de Wit, getrouwd met Lummigje Odie, dit pand gekocht. Zij kwamen van de Lankhorst.
Zij hebben daar niet lang gewoond, Cornelis is overleden in 1923 en Lummigje drie jaar later in 1926. De familie heeft het pand toen verkocht aan Jacob Krikken, getrouwd met Wihelmina Gruppen. Vanaf die tijd hebben er waarschijnlijk twee gezinnen in dat pand gewoond, aan de westkant Pouwel Inberg en zijn vrouw Janna (Jannao) de Jonge en aan de andere kant Jacob (Jaocub) Krikken en zijn vrouw. Jacob Krikken is in 1939 overleden. Waarschijnlijk is zijn vrouw daar nog tot 1942 blijven wonen, want in dat jaar is daar Hilligje de Jonge- Krikken (Hille Krikke geb. in 1866) komen wonen, zij was toen weduwe. Hille was een zuster van Jacob Krikken en buurvrouw Janna Inberg – de Jonge moest tante tegen Hilligje de Jonge – Krikken zeggen. Hille was getrouwd met Hilbert de Jonge(geb. in 1863) en ze zijn allebei op Zuidwolde geboren. Ze zijn in 1891getrouwd en zijn eerst in het IJhorsterveld (Burg.v.Wijngaardenstraat 60) komen wonen in een klein boerderijtje van Jan v. Schot, hij wasn getrouwd met Roelofje Bomert. Hilbert was arbeider bij een boer in IJhorst en ging elke morgen lopend over de hei naar IJhorst en ’s avonds weer terug. In 1910 zijn ze verhuisd naar een boerderijtje van Jan v.Schot aan de Veldhuisweg 2.
In 1942 is Hilbert overleden en is Hille zoals gemeld op Heerenweg 52 komen wonen en zij is daar in 1957 overleden.
Daarna zijn daar Willem Nijstad en zijn vrouw Bertha Jansen en gezin komen wonen.
Na Willem heeft daar z’n broer Koob gewoond, die was getrouwd met Geesje Krikken.
Vanaf ongeveer 1925 woonden aan de westkant zoals gezegd, Pouwel Inberg en zijn vrouw Janna (Jannao) de Jonge. Pouwel heeft van alles gedaan.Om een indruk te geven: hij was van beroep rietdekker en huisslachter, twee beroepen die vroeger veel samen gingen.
Dat had met de jaargetijden te maken, als het geen weer was om riet te dekken, ging men slachten en andersom. Daarnaast ging hij vaak bij boeren langs, om te vragen of ze nog werk voor hem hadden. Vaak bestond dat werk uit hakselsnijden (stro hakselen), wat hem de bijnaam opleverde ,,Pouwel haksel”. Pouwel is grafdelver geweest, waar hij ƒ50.- in het jaar mee verdiende, ook deed hij het onderhoud van het kerkhof. Zijn vrouw Jannao heeft jaren de school schoongemaakt en in wintertijd ‘s morgens de kachels aangemaakt, voor een salaris van ƒ200.- per jaar. Naast zijn werk bemoeide Pouwel zich nadrukkelijk met het verenigingsleven, Hij was medeoprichter van de Oranjevereniging en eerste voorzitter, medeoprichter van de voetbalvereniging en ook eerste voorzitter, medeoprichter van de ijsvereniging ,,De Lommert ”. Bij de ijsclub regelde hij alles, wou ook alles ,,in eigen beheer houden ”, ook het omroepen bij wedstrijden en het doen van mededelingen was iets dat hij niet aan anderen toevertrouwde. Eén mededeling is lang in herinnering gebleven bij de ijsbaan bezoekers, ,,gevonden een ans en een mus” (gevonden een handschoen en een muts). Bij wedstrijden fungeerde hij ook als starter.
Hoe hij de kas beheerde was ook wel heel bijzonder, met de inkomsten van de dag stapte hij de tegenover de ijsbaan liggende boerderij van de fam. Lommers binnen, liep rechtsstreeks door de keuken naar het kabinet in de voorkamer en deponeerde het geldkistje in de voor hem gereserveerde la. Hiermee werd aangetoond de gemoedelijkheid van de fam. Lommers en de brutaliteit van Pouwel Inberg.
Pouwel hield ook geiten, waar mee hij op tentoonstellingen hoge prijzen behaalde. Twee keer werd bij hem thuis een zeer hoge onderscheiding uitgereikt door de Commissaris der Koningin uit Drenthe, de heer Harm Smeenge. Ook was hij correspondent van de Meppeler Courant.
Vanaf 1960 woont de familie Geert Wink en zijn vrouw Wout de Lange in dit pand.