Heerenweg 48

Lambertus (Bart) Nijstad vroeg in 1935 vergunning bij de gemeente om aan de Heerenweg een woning te mogen bouwen. Bart Nijstad kwam van ‘t Rogat en trouwde in 1920 met Roelofje (Roefien) Biemold, geboren te Ruinerwold. Zij kochten een huisje en 1.91 h.a. land aan de Veldhuisweg (nr.13 later bewoond door fam.Oosterhuis, fam. Benak, fam.Dekker e.a.), van Lambertus Dunnewind, voor de prijs van ƒ3780.- . Hij was dus boer en de veestapel bestond uit 2 koeien en een pink, daarnaast was hij metselaar bij bouwbedrijf Poortman op de Bloemberg. Bart was een sociaal bewogen man en was daarom waarschijnlijk lid van de gemeenteraad van Staphorst voor de Pv.d.A. In 1935 bedankte hij hiervoor, wegens afnemende gezondheid. Zijn vrouw Roefien ging in de tijd dat ze aan de Veldhuisweg woonden, op kleine schaal met texiel bij de boerderijen langs. Ze betrok de texiel van manufacturier Arend Lubberink uit De Wijk. Zij was een gastvrije vrouw, als mensen bij haar in de buurt oogstwerkzaamheden verrichtten, voorzag zij ze van koffie. Zo kon het een keer gebeuren dat de tuit van de koffiekan verstopt was met koffie dik, de oplossing was, de tuit voor de mond, hem schoon blazen, om vervolgens iedereen van koffie te voorzien.
Bart en Roefien hadden 10 kinderen, waarvan er 5 zeer jong zijn overleden aan Spaanse-griep. Een droevig jaar was wel 1924, toen zijn twee kinderen op de zelfde dag overleden.
Bovendien kon moeder Roefien daar niet bij de begrafenis aanwezig zijn, omdat ze ziek was.
Zoals gemeld waren er plannen om een huis met winkel aan de Heerenweg te bouwen.
Bart heeft de verhuizing niet mee gemaakt, kort daarvoor is hij overleden op 49 jarige leeftijd.
Roefien ging met de kinderen naar de Heerenweg, waar ze naast haar huishouding, de winkel
runde. Het was klein texiel, garen, knopen en elastiek wat ze verkocht.Veel IJhorster vrouwen bezochten graag het winkeltje van Roefien, waar je bijna alle benodigheden voor het naaien kon krijgen. In de oorlog en kort daarna is de winkel tijdelijk dicht geweest. Toen in de vijftiger jaren de mensen meer geld kregen te besteden, was dat goed merkbaar in de omzet van de winkel, die Roefien geleidelijk over gedaan had aan haar dochter Jentje. Zij was getrouwd met Evert Krikken die zich niet met de winkel bemoeide, maar zijn eigen werk had bij de Heidemij. In 1989 is Evert overleden, een jaar daarna is Jentje met de winkel gestopt. Zelf overleed zij in 1993. De familie heeft het pand verkocht aan Arend Brakke.