Het stuifduinlandschap van De Witte Bergen is enkele eeuwen geleden ontstaan. Waarschijnlijk in een periode van grote droogte is de witte zandlaag gaan stuiven, zo is ten westen van de van Wijngaardenstraat een komdal ontstaan en ten oosten stuifduinen.
Voor 1900 zag de overheid er op toe om verder verstuiven te voorkomen, zij gaven de eigenaars zware boetes als ze zich niet aan de regels hielden. Eén van die regels was dat het niet te kaal door de schapen ,,afgeweid” mocht worden.
Waarschijnlijk heeft dat er toe geleid dat langzamerhand een bosgebied is ontstaan, waar in het begin van de twintigste eeuw de eerste bewoners zich aandienden. De familie Stahl uit Meppel kocht of huurde een stukje grond van de familie van den Berg en zetten daar een zomerhuisje neer.Nu waren er in het begin 1900 en daarvoor niet veel mensen die met vacantie gingen, maar wel die een er dag op uit trokken. Dat De Witte Bergen daarbij erg in trek was, bleek bij een mooie zomerse dag, veel jongelui vooral uit Meppel en De Wijk trokken over de Reest omzich te verpozen in het zand en bosgebied.
Ook de IJhorster jeugd trok daar bepaalde dagen van het jaar naar toe, met de Paasdagen
mit ’t eiernettien naor de riestebreijbarg en daor was eiertik’n arg in trek.
Maar als men bij warm weer daar de hele dag vertoefde, moest men zo nu toch z’n dorst lessen en waarschijnlijk deed men dat bij de familie Stahl, hun zomerhuisje stond in de buurt waar de jeugd zich ophield. Daar frisdrank in die tijd nog niet in het woordenboek voor kwam, was water de aangewezen drank Bij de familie Stahl zal ongetwijfeld een pomp bij huis hebben gestaan, overigens stond het drinkwater in dat gebied bekend als water van zeer goede kwaliteit. Zo stond er ook een pomp aan de Heuvellaan (vroeger fam. Zanting nu fam. van Lubek) waar inwoners van IJhorst ook veel gebruik van maakten.
Tussen 1930 en 1940 waren er nog vier families die het waarschijnlijk aantrekkelijk vonden een zomerhuisje in De Witte Bergen te hebben, te weten de families Röben uit Coevorden,
Adriaanse uit Heerenveen en Bloksma en Klunder uit Meppel. Op de plek van de laatste, woont nu de familie Fr. v.d. Veen. Het oorspronkelijke zomerhuisje was een bouwkeet die was blijven staan na de bouw van het zwembad aan de Leonard Springerlaan in Meppel.
De familie Klunder verplaatste het naar de bossen in IJhorst, op grond van de fam. v.d.Linde.
Bij het zomerhuisje van de familie Stahl, begon men omstreeks 1920 in plaats van water, limonade aan de jeugd te verstrekken, waarschijnlijk toen tegen betaling, maar het kan ook dat men het in natura betaalde. Het is bekend dat een foto betaald is met eieren, waarom dan niet een ei voor glas limonade !! De IJhorster jeugd had het in die tijd over ,,Stahls tentien”.
Waarschijnlijk is dat ,,tentien”, dat de verkoop van consumptie artikelen wat uitgebreid heeft, het begin geweest van de uitspanning die er nu in 2000 staat.
Omstreeks 1930 hebben Gebr. Hazelaar ,,Stalhs tentien” gekocht, hebben het enkele jaren geexploiteerd, tot dat het in 1933 is afgebrand. In dat zelfde jaar vroegen Gebr. Hazelaar vergunning aan bij de gemeente Staphorst voor het bouwen van een paviljoen met zwembad.
Sienes en Hendrik Hazelaar hadden een bloeiend cafébedrijf in de kom van het dorp De Wijk. Het was voor de familie Hazelaar een mooie combinatie, het café was meer een winter gebeuren en in de zomer lagen de verdiensten in De Witte Bergen.
Veel schoolreisjes gingen richting palviljoen en zwembad van Gebr. Hazelaar, die de uitspanning inmiddels uitgebreid hadden met een speeltuin, doolhof en kanovijver.
Sienes en Hendrik Hazelaar hebben tussen 1945 en 1950 afstand gedaan van het paviljoen, de nieuwe eigenaar werd familie van de Werf. Velen zullen zich het fijne soft-ijs nog herinneren, wat de heer van de Werf toen al in zijn eigen ijsmachine bereidde.
Na van de Werf kwam de familie Arends en daarna de familie Stegehuis uit Almelo, die het uitbreidde met een camping. Hij was het die omstreeks 1970 zijn eigendom omheinde met een hekwerk, tot ongenoegen van de IJhorster bevolking, die hun fiets- en wandelpaden zagen afgesneden door een hekwerk.
Vooral de andere boseigenaren die jaren het bosgebied hadden onderhouden en voor iedereen toegankelijk hadden gesteld, voelden zich teleurgesteld.
Zij waren het die omstreeks 1950 een boscommissie hadden benoemd, die er o.a. voor zorgde dat er op plekken waar gekapt was, opnieuw werd beplant. Voor die aanplant hadden ze een eigen kwekerijtje aan de Burg. van Wijngaardenstraat ter hoogte van de boerderij waar toen de familie Middelveld woonde.
Ook hadden de boseigenaren een boswachter aangesteld, Albert Hendriks (Albert Oorten) was
degene die bij grote droogte de uitkijktoren (brandtoren) beklom om uit te zien of er ergens brandhaarden ontstonden.De uitkijktoren stond op de plek waar nu het schoolplein is. Verder verkocht hij wandelkaarten en moest er op toezien of iedereen in het bezit was van zo’n kaart, met opbrengst van de verkochte kaarten werd de boswachter betaald en heel jonge aanplant aangekocht.
Om terug te komen bij de eigenaar van paviljoen en zwembad, de familie Stegehuis, deze had de uitspanning omstreeks 1975 verkocht aan de familie Maas, fruitkweker uit de Noordoostpolder. Deze familie had grootse plannen op de plek van de uitspanning, door die plannen is het een paar jaar onbewoond geweest.
Uiteindelijk is het bij het oude gebleven, wel zijn de gebouwen vernieuwd en zijn op het complex zomerhuisjes verrezen. Na de fam. Maas zijn de families Hoving en de Bruin ook eigenaar geweest.
Ook in andere delen van het bosgebied kwamen Campings: de Vosseburcht, het Veldhuis en de Braamsluiper.
Nu rond de eeuwwisseling zijn deze uitgegroeid tot ,, Recreatie-parken ” met in totaal ongeveer 200 zomerhuisjes in het bosgebied De Witte Bergen.